In
de noordelijke hooglanden van Ethiopië ligt de stad Lalibela, die voor
de 12e eeuw bekend stond als Roha. Hier zijn 11 gebouwen waarvan elk
werd uitgehouwen uit één stuk ongebroken rots. Tegenwoordig is Lalibela
een bedevaartsplaats geworden,
aangezien deze gebouwen algemeen worden beschouwd als oude tempels of
kerken. Volgens de Ethiopische traditie kwam het christendom voor het
eerst naar het Aksum koninkrijk in de vierde eeuw na Christus toen een
Griekssprekende missionaris genaamd Frumentius koning Ezana bekeerde.
De Ethiopische traditie schrijft de constructie van het hele complex
toe aan het bewind van koning Gebre Mesqel Lalibela (rond 1181-1221).
De latere "Gadla Lalibela", een hagiografie (biografie van een heilige)
van de koning, stelt dat hij deze gebouwen uit steen hakte met slechts
de hulp van engelen.
Hoewel het erop lijkt dat ze inderdaad gedurende de 12de en 13e
eeuw werden
gebruikt, hoeft dit niet per se te betekenen dat ze rond deze tijd ook
werkelijk gebouwd moeten zijn. Want als we goed kijken naar de
bouwstijl, de
terugkerende versieringen en de ongelooflijke precisie van deze
gebouwen, zien we veel opvallende overeenkomsten tussen deze gebouwen
en de grote verspreide stenen blokken van Puma Punku in de Boliviaanse
Andes.
Het lijkt alsof ze door dezelfde bouwers zijn gemaakt of dat ze in
ieder geval
met dezelfde knowhow zijn gebouwd, maar Puma Punku wordt echter als een
stuk
ouder beschouwd dan de gebouwen van Lalibela. Door de hoge precisie van
de steensneden lijkt het,
net als de blokken in Puma Punku, niet gemaakt te zijn met primitief
gereedschap maar met geavanceerde technologie zoals het snijden met
laser. Ook
delen zowel de gebouwen van Lalibela als de stenen van Puma Punku
hebben vergelijkbare motieven van gebeeldhouwde kruisen. (Zie het
hoofdstuk
over "Bolivia".)
Het
gebouw dat bekend staat als de kerk van Sint-Joris (Biete Giyorgis -
Letterlijk: "Huis van Joris"), dat de vorm heeft van een kruis (zie
de afbeeldingen links en hierboven), trekt tegenwoordig nog steeds
christelijke pelgrims en nieuwsgierige toeristen. Het is te begrijpen
dat deze gebouwen als kerken of tempels worden gezien vanwege hun vorm
en de huidige
associatie van het kruis met het christendom. Echter, het gebruik van
het
kruis als christelijk symbool begon pas na de tijd van Constantijn,
drie eeuwen na de geboorte van Christus. Dus de kruismotieven hebben
blijkbaar helemaal niets met het christendom te maken. De
kruismotieven in Puma Punku werden ook nooit in verband gebracht met
het
christendom.
De geschiedenis leert ons dat het kruissymbool op z'n minst al reeds eeuwen voor
Christus werd gebruikt. De oude Assyrische zonneschijf of zonnekruis -
afgebeeld als een puntige ster - was een afbeelding van de zon met zijn
stralen, waarvan wordt aangenomen dat deze het symbool zou zijn van de
zonnegod Sjamasj. Het Kassiete/Neo-Assyrische kruis leek meer op een
Maltezer kruis. (Zie bijvoorbeeld de stèles van de Assyrische koningen
Sjamsji-Adad V (824-811 v.Chr.) en Ashurnasirpal II
(884-859 v.Chr.))
Dus de voorchristelijke afbeeldingen van kruisen stelden
hoogstwaarschijnlijk
de zon voor. Zou het misschien kunnen dat het kruis/de zon, het gekozen
symbool was van de Zonen van de Wet van Eén, tevens bekend
als de Zonen van het Licht?
Soortgelijke motieven van kruizen bij Puma Punku, gelegen in de Boliviaanse Andes.
Even terzijde; Het oorspronkelijke symbool voor het christendom was de
vis (ichthus/ichthys). Het werd gebruikt als een geheim symbool voor de
volgelingen van Jezus om ontmoetingsplaatsen en dergelijke te markeren.
Een legende zegt dat als een christen een boog in het zand tekende en
als de vreemdeling het ichthus-symbool voltooide door de boog te
tekenen, hij zou weten dat ze allebei christenen waren en zich in goed
gezelschap bevonden. De Griekse spelling van ichthys heeft ook een
diepere betekenis; De letters vertegenwoordigen belangrijke
christelijke
woorden, waaronder Jezus, gezalfde, zoon en Verlosser. Het
ichthus-symbool werd echter pas in de jaren 1970 populair als een
moderne vertegenwoordiging van het christendom.
Net
als bij Puma Punku, verklaarden de lezingen van de helderziende Dr.
Douglas James Cottrell dat de kerken in Ethiopië veel,
veel ouder zouden zijn dan momenteel wordt aangenomen. Ze
zouden rond 13.000 v.Chr. zijn gebouwd, wat zo'n 3100 jaar voor de
definitieve ondergang van Atlantis geweest zou zijn. Er leefde een
grote
gemeenschap en het klimaat was heel anders dan nu. Het was een
handelsplaats en een een bloeiende plek voor mensen die ook
uit aangrenzende regio's en zelfs uit het Middellandse Zeegebied
kwamen. Het
zou ook een opslagplaats van kennis zijn geweest, een leerplaats en een
veilige of neutrale plaats waar mensen van de verschillende
strijdende partijen elkaar konden ontmoeten: die van de Zonen van de
Wet van Eén en die van de Zonen van Belial (ook bekend als de zonen van
Belize door Cottrell). Af en toe waren er ook lezingen van
verschillende beschavingen van de wereld.
Steen zou zijn gespleten en
bewerkt met wat
men 'laser' zou kunnen noemen - om een idee te krijgen - alhoewel het
toch anders
was. Grote stenen werden een beetje opgewarmd en met de "laser"
glad gemaakt en in elkaar gepast door ze tegen elkaar te wrijven
totdat
ze nauw in elkaar konden sluiten. Deze bouwvorm werd zowel in
Zuid-Amerika als in Afrika gebruikt, maar ook in andere delen van de
wereld. (Bron: "Dr.
Douglas James Cottrell: The Lalibela Temples of Ethiopia", door
Rammsteinregeln.)
In de stad genaamd Axum (of Aksum), in de Tigray-regio van Ethiopië,
zijn er verschillende velden waar torenhoge stèles waren opgetrokken,
zoals de Obelisk van Axum. (Te zien op de afbeelding hier rechtsboven.)
De grootste van deze stèles zou 33 meter hoog zijn als hij niet
gebroken zou zijn. Het grootste deel van hun massa staat bovengronds
maar worden gestabiliseerd door enorme ondergrondse tegengewichten.
Zoals ook bij de "tempel"-gebouwen, zijn er bepaalde valse deuren die
nabijgelegen verborgen ingangen aangaven die naar ondergrondse gangen
leiden. Vaak wordt aangenomen dat de stèles grafmarkeringen zijn en dat
er graven zouden zijn geweest in de gangen onder de grond.
Als
we de versieringen van de ramen van de gebouwen in Lalibela en de
stèles in Axum nauwkeurig bekijken zien we een ander veel voorkomend
symbool, meestal geplaatst in een rij boven een andere rij kruisen, en
dat is een symbool in de vorm van een halve maan. Het is te zien in
zowel de gebogen ramen van Lalibela (zoals op de afbeelding links) als de
toppen van de stèles van Axum.
Veel gebouwen in Lalibela vertonen zowel het kruis als het symbool
van de maansikkel. In de Dode Zeerollen worden de Zonen van de Wet van
Eén de Zonen van het Licht genoemd, en de Zonen van Belial de Zonen van
de Duisternis - met Belial als hun leider.
Als de zon/het kruis - dat het licht vertegenwoordigde - het symbool
was van de Zonen van de Wet van Eén, en gezien het feit dat dit
gebied een neutrale plaats zou zijn geweest voor de strijdende
partijen, zou het logisch zijn dat de wassende maan - dat de duisternis
vertegenwoordigde
- misschien wel het symbool was van de andere factie: die van de Zonen
van
Belial.
Axum is ook de plaats waar de Ark van het Verbond een lange tijd in het
geheim zou zijn bewaard, in de kerk van Onze-Lieve-Vrouw Maria van
Sion, voordat deze naar andere locaties werd overgeplaatst. (Zie het
hoofdstuk: "De Ark van het Verbond".)
Gebaseerd op de informatie uit het gechannelde boek: "A Dweller on
Two Planets" (1894), klinkt de naam "Axum" alsof het zijn oorsprong zou kunnen hebben in
de Atlantische taal, aangezien veel Atlantische namen
en woorden specifiek de letter "x" zouden hebben bevat, terwijl deze
tegenwoordig over het algemeen niet zo heel vaak meer wordt gebruikt.