The Lost History of Man

The Lost History of Man
Introductie   ·   Oude geschriften   ·   Atlantis   ·   Archeologische plaatsen   ·   Mars   ·   Anomalieën
The Lost History of Man
Nederlands
English

De verloren beschaving van Atlantis



De verloren beschaving van Atlantis


PlatoDe zeer invloedrijke Oud-Griekse filosoof Plato (zie afbeelding rechts) schreef in het jaar 360 v.Chr over Atlantis in zijn dialogen: "Timaeus" en "Critias." In deze dialogen vertelde het personage Critias over het verhaal van Atlantis dat hij van zijn grootvader hoorde die het honderd jaar eerder hoorde van Solon; Een bekende Atheense dichter en politicus (staatsman). In het jaar 565 v. Chr. hoorde Solon het verhaal gedurende zijn verblijf in de stad Saïs in Egypte, van de priesters van de godin Neith. Een zeer oude priester - die de oudgriekse geschiedkundigen later identificeerden als Soonchis van Saïs - vertelde hem dat, vanaf die tijd enige 9.000 jaar eerder, "Athene" (de stad of het gebied dat we vandaag kennen als Athene) in conflict was met de grote macht van Atlantis, dat toen vernietigd werd in een catastrofe.


De naam "Atlantis" (en daarbij de andere namen die hij noemt in verband met Atlantis) is eigenlijk een Griekse vertaling van de Egyptische naam om zo de oorspronkelijke betekenis van de betreffende naam te behouden, want de Egyptische naam zou ook een vertaling zijn naar het Oudegyptisch. Het is echter onbekend onder welke naam Atlantis bekend zou hebben gestaan bij de oude Egyptenaren.


Plato's dialogen vertellen ons dat er voor de ontwikkelde Griekse beschaving een andere ver gevorderde beschaving bestond op een groot eiland dat groter was dan (vorig) Libië (Noord-Afrika) en Azië (Klein-Azië) aan elkaar gezet. Plato's verslag is door velen beschouwd as het meest aannemelijke verslag van een mogelijke oude verloren beschaving.


Uit Plato's "Timaeus" (21a-27b):


"Nu, in dit eiland van Atlantis was er een groots en wonderlijk keizerrijk dat de heerschappij voerde over het gehele eiland en verschillende anderen, en over gedeeltes van het continent, en verder, de mensen van Atlantis hadden de delen van Libië ondergeschikt gemaakt binnen de zuilen van Heracles zo ver als Egypte, en van Europa zo ver als Tyrrhenia. [het hedendaagse Etrurië]"



Atlantis zou zich volgens de dialogen bevinden voorbij de "Zuilen van Heracles" (Hercules), wat tegenwoordig bekend is als de Straat van Gibraltar. Als we ons in de Middenlandse Zee bevinden en voorbij de Straat van Gibraltar zouden varen dan zouden we ons bevinden in de Atlantische Oceaan. Volgens Plato's dialogen zouden de inwoners van Atlantis generaties lang deugdige levens hebben geleefd totdat gierigheid en macht hen verbasterde. Voorafgegaan aan hevige aardbevingen en overstromingen, zou het land uiteindelijk in zijn geheel door de zee zijn verzwolgen, zo'n 9.500 jaar voor Plato's tijd.


De dialoog "Timaeus" vermelde dat, gedurende Plato's tijd, er zich een onpasseerbare en ondoordringbare zandbank van modder in deze gedeeltes van de zee bevond dat was veroorzaakt door het wegzinken van het eiland. Vele geleerden geloven vandaag de dag dat Plato's verhaal slechts een fictief verslag was, een mogelijke metafoor, omdat er geen land zou zijn dat aan zijn beschrijvingen zou voldoen, maar de beide dialogen "Timaeus" en "Critias" lijken juist een zuiver historisch verslag te impliceren met zoveel detail dat nogal onnodig zou zijn voor slechts een metafoor.

In zijn dialoog "Critias" beschreef Plato onder andere dat Atlantis gesticht was door Poseidon - in de Griekse mythologie bekend als de "god van de zee" - die verliefd was geworden op een sterfelijke vrouw die Cleito heette. Cleito baarde vijf paar tweelingjongens en het domein was onder hen verdeeld. De oudste, Atlas genoemd, werd de eerste koning van Atlantis. In de Griekse mythologie was Atlas de drager van het hemelgewelf, en de Griekse historicus Herodotus noemde dat Atlas in feite een verheven berg was dat door de Atlantische inwoners werd gezien als de pillaar van het hemelgewelf. Uit paragraaf 184 van Herodotus' "Historiën":


"Daarna, een weg van tien andere dagen verder, is een andere zoutheuvel en water, en daarbij wonen menschen. Naast dezen zoutheuvel ligt een berg, welks naam Atlas is; deze is smal en overal rond, en, naar verhaald wordt, zóó hoog, dat het niet mogelijk is zijn toppen te zien; want nooit laten de wolken ze vrij, noch des zomers, noch des winters. De inlanders beweren, dat hij de zuil van den hemel is. Naar dien berg hebben die menschen hun naam ontvangen, want zij heeten Atlanten. Men zegt, dat zij geen enkel dier eten, noch droomen zien.."



Poseidon had een eigen tempel binnen het citadel van Atlantis-stad waarvan het exterieur volledig bedekt was met zilver en de pieken met goud. Het interieur was van ivoor, goud, zilver en het legendarische materiaal orichalchum, dat een roodachtige gloed zou verspreiden en leek te schijnen als vuur, zelfs tot aan de pilaren en de vloer.


Vandaag de dag zijn de meeste geleerden het erover eens dat orichalcum een koperachtige legering zou betreffen dat in de oudheid zou zijn gemaakt door middel van cemenatie. Dit proces werd voor elkaar gekregen door de reactie van zinkerts, houtskool en kopermetaal in een smeltkroes. Tijdens het begin van 2015 vonden duikers 39 staven in een schip dat zo'n 2.600 jaar geleden verzonk bij de kust van Sicilië. Onderzocht met röntgenstralen bleken deze staven uit een legering te bestaan van 75 tot 80 procent koper, 15 tot 20 procent zink en een klein percentage nikkel, lood en ijzer. Het is daarom mogelijk dat dit materiaal het legendarische materiaal orichalcum betreft.


De tempel bevatte een kolossaal standbeeld van Poseidon, staande in een strijdwagen getrokken door zes gevleugelde paarden en rond een honderdtal Nereïden (zeenimfen) die dolfijnen berijden. Buiten het gebouw stonden gouden standbeelden gerangschikt van de tien eerste koningen en hun vrouwen. Vanwege het overdadige gebruik van edelmetalen in het grote gebouw doet de beschrijving van de tempel van Poseidon tot op zekere hoogte denken aan de beschrijving uit de Poëtische Edda van het "Wallhalla" van de Noordse god Odin, waar het beschreven werd met een glanzend gouden voorkomen. Volgens de vikingen was het "Walhalla" het domein van de god Odin; zowel een bewaakte burcht als een soort van hemel voor de gesneuvelde soldaten die naar hem toe gebracht werden door de Walkuren (Odin's krijgsmaagden). Het lijkt er op te wijzen dat de mythologische plaats "Asgaard"; de verblijfplaats van de goden, in weze Atlantis-stad was zoals beschreven werd door Plato. Het doet ook denken aan de tempel van de HEERE, zoals beschreven in het apocriefe boek: "Het Boek van Henoch". In hoofdstuk 14:8-23 van dit boek werd deze tempel beschreven met een interieur en een vloer dat gemaakt was van kristallen stenen, waarbij het dak het voorkomen had van levendige sterren en bliksemflitsen, waar een vlam rondom haar muren brandde, en waar het portaal brandde met een laaiend vuur. Misschien was dit echter geen echt vuur, maar slechts de roodachtige schittering van het materiaal orichalcum.


Plato's gegeven dat men reeds in de Atlantische tijd al bekend zou zijn met de god Poseidon geeft aan dat de oorsprong van de Griekse mythologie waarschijnlijk veel ouder is dan de oude Griekse beschaving (zoals wij deze als zodanig herkennen) en mogelijk zelfs terug te voeren is naar de bloeitijd van de beschaving van Atlantis. Zou het mogelijk zijn dat deze oorsprong van de Griekse mythologie, deze Atlantische overleveringen, naar andere delen van de wereld verspreid werd waar het doorverteld werd en uiteindelijk de vorm aannam van de Griekse, Noordse en oud-Mesopotamische mythologieën?


Op het eiland Thera (Santorini), welke net als Kreta onderdeel van de Griekse eilanden, zou rond 1628 v.Chr. een alles verwoestende aardbeving en vulkaanuitbarsting hebben plaatsgevonden, waardoor sommigen denken dat Plato mogelijk de ondergang van het eiland Thera zou hebben beschreven. Plato vermelde echter expliciet dat Atlantis zich had bevonden voorbij de Zuilen van Heracles, wat het begin van de Atlantische Oceaan markeert, gezien vanaf Griekenland. Daarnaast komt de tijdsperiode van de ondergang van Thera (tussen 1627-1600 v.Chr.) ook niet overeen met de tijdsperiode van de ondergang van Atlantis die Plato heeft genoemd.


Kircher Atlantis
Kircher's kaart van het eiland Atlantis van ongeveer 10.000 v.Chr



De Duitse geleerde Athanasius Kircher (1601-1680) maakte een kaart gebaseerd op de beschrijvingen van Plato, hierboven te zien, welke hij opnam in zijn boek: "Mundus Subterraneus" (De ondergrondse wereld) uit ca. 1665. Hier zou het zuidelijk gelegen berggebied de zogenaamde "Plato-zeeberg" kunnen betreffen waar Plato mogelijk in zijn dialogen naar verwees. (Merk op dat het noorden onder te zien is en het zuiden boven.)




Vasilis Phashos Atlantis
Vasilis Pashos' kaart van het gehele continent Atlantis gedurende een veel eerdere periode
(Mogelijk rond het jaar 20.000 v.Chr)



De kaart hierboven afgebeeld van het continent van Atlantis werd getekend in het jaar 1979 door schrijver en onderzoeker Vasilis Pashos, oprichter van het Atlantis Museum in Athene. Het is gebaseerd op gegevens uit de oudheid van onder andere Plato ("Timaeus" en "Critias"), Diodoros Sikeliotis ("Historic Bookcase"), Poseidonios (Kikeron's leraar), en het werk: "Verzameling van de verhalen van reizigers" van de geograaf Marchellus.




Atlantis-zeeberg
Atlantis-zeeberg, Plato-zeeberg en het rasterpatroon rechtsonder
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)


Hedendaags zijn er twee zeebergen in de Atlantische Oceaan vernoemd naar zowel Atlantis als Plato; namelijk de "Atlantis"-zeeberg, en de "Plato"-zeeberg (zie boeven) welke mogelijk door Plato werd beschreven in zijn dialogen (zie de coördinaten 33 28'N, 28 39'W op Google Maps of Google Earth). De wereldkaart van Google, gebaseerd op satellietfoto's en metingen onder water, toont hiernaast sinds 2009 een raster van lijnen dat mogelijk met Atlantis te maken zou kunnen hebben, wat verder ten oosten ligt van deze zeebergen. Volgens een woordvoerder van Google zouden deze lijnen fouten betreffen welke op de foto's van 2012 zouden worden gecorrigeerd. Alhoewel het minder goed zichtbaar was vanwege een lagere resolutie en wat lijkt op het wissen van gegevens (zie de lege vierkanten), was dit rasterpatroon zelfs op de foto's van 2012 te zien.


Misschien dat men er zo van overtuigd is dat deze informatie fout moet zijn omdat men het gewoon niet kan geloven. Het lijkt dat er geen goede reden is om zonder enige twijfel de mogelijkheid te ontkennen dat dit geen sporen kunnen betreffen van een verzonken oude beschaving terwijl deze plaats gesitueerd is op een locatie die mogelijk beschreven werd door Plato in zijn dialogen. (Zie het hoofdstuk: "Geografisch bewijs" voor meer informatie over dit merkwaardige rasterpatroon.)


Plato was zeker niet de eerste die over Atlantis schreef. Mogelijk de oudst bekende vermelding van "Atlantis" is terug te vinden in de Odyssee van Homerus. Homerus was een Griekse dichter en zanger die leefde van ca. 800-750 v.Chr. en verdiende de kost door het verzamelen en opschrijven van heldensagen, godenverhalen en andere mythische vertellingen. In zijn Odyssee werd de nimf Calypso als de dochter van de Titaan Atlas genoemd, en zij werd ook wel in het Oud-grieks "Atlantis" genoemd. Haar thuisland was een eiland dat Ogygia werd genoemd. De Ogygische vloed is één van de drie grote overstromingen uit de oude Griekse mythes. Volgens vele tradities zou de Ogygische vloed zo verwoestend zijn geweest dat de hele aarde was bedekt met water. Het Griekse woord Ogygios betekend "Ogygisch" en zou synoniem staan voor: "oer", dus zou Ogygia vertaald kunnen worden als "oerland". Het is echter discutabel of Ogygia werkelijk (een eiland van) Atlantis betrof. Ook Hellanicus uit de vijfde eeuw v.Chr. schreef over de dochter van Atlas in zijn werk: "Atlantis" (of "Atlantias"), alhoewel dit werk voor het grootste gedeelte verloren is gegaan.Tevens gedurende de vijfde eeuw noemde de Griekse historicus Herodotus de zee voorbij de "Zuilen van Heracles" (de straat van Gibraltar) al reeds de: "Atlantis Zee'' (de Atlantische Oceaan).


Waarom er betrekkelijk weinig geschreven geschiedenis is overgebleven van een beschaving die al zo lang bestaan zou hebben, zou te maken kunnen hebben met de verwoesting van de grote bibliotheek van Alexandrië in Egypte. Deze bibliotheek was namelijk mogelijk de grootste die ooit heeft bestaan op aarde; een grote bron van eeuwenoude literatuur, en wat duizenden jaren lang het belangrijkste leer- en kenniscentrum van de westerse wereld was. Volgens historici zou het zijn opgericht en geopend tijdens de heerschappij van of Ptomely I Soter (323-283 v.Chr.) of zijn zoon Ptomely II (283-246 v.Chr), alhoewel de opgeborgen literatuur zou vele malen ouder kunnen zijn, waaronder mogelijk meer literatuur over het continent en de beschaving van Atlantis.

De Romeinse historicus Ammianus Marcellinus (330-400 n.Chr.) schreef dat de intelligentsia (intellectuele elite) van Alexandrië het verhaal van de vernietiging van Atlantis als een historisch feit zagen. Het was beschreven as een aantal aardbevingen die plotseling, door een krachtige beweging, grote openingen veroorzaakten en porties van het land opslokten, waaronder het grote eiland in de Atlantische Oceaan.


Zoals te lezen valt in de geschriften van de Griekse historicus Plutarch; liet Julius Caesar "per ongeluk" de bibliotheek afbranden, maar waarschijnlijk niet in zijn geheel. In deze tijd bestond er namelijk nog een dochterbibliotheek in de Serapeumtempel. De bibliotheek was tenslotte geheel vernietigd tijdens de verovering van Egypte door de Arabieren in het jaar 642. Gedurende het jaar 2004 kondigde een Pools-Egyptisch opgravingsteam de ontdekking aan van de overblijfselen van de lang verloren leeszalen oftewel de auditoria van de bibliotheek (Zie BBC news), wat zonder twijfel bewees dat deze grote bibliotheek waarlijk had bestaan. Volgens de ziener Edgar Cayce werd de bibliotheek oorspronkelijk opgericht in het jaar 10.300 v.Chr. (Zie Edgar Cayce Reading 315-4).

Zou het kunnen dat er onder deze verloren boeken nog boeken bestonden over Atlantis, en zou dit één van de voornaamste redenen zijn waarom we vandaag de dag betrekkelijk weinig over Atlantis en haar beschaving weten, terwijl het volgens verschillende bronnen tienduizenden jaren lang zou hadden moeten bestaan? Er is in feite veel geschreven over Atlantis, zelfs in deze tijd; Er wordt zelfs gezegd dat "Atlantis" het meest gedocumenteerde onderwerp in de literatuurgeschiedenis is. Het is mogelijk dat naar verwezen werd in de oude geschriften van India en het werd ook het onderwerp van vele esoterische, occulte en theosofische werken en lezingen van helderzienden. Hoe dan ook, vele gepresenteerde claims over Atlantis zijn nog steeds niet bewezen om het beschouwen als bewijsbaar feit. Shirley Andrews somt in haar boek: "Atlantis en haar beschaving" (1997) geologische en metafysieke bewijzen op.

Vaak wordt gedacht dat de naam "Atlantis" ontleend zou zijn aan de naam Atlas; de eerste koning van Atlantis, maar de herkomst van de naam "Atlantis" zou mogelijk terug te vinden zijn in "Nahuatl": de taal van de oude Azteken uit Meso-Amerika. De naam lijkt een samenstelling van verschillende woorden uit de Nahua-taal; "Atl" is het woord voor "water" en "atlan" betekend: "in het midden van het water". (Het opzichzelfstaande woord "antis" betekend: "koper".) Het woord: "Azteca" (Azteek) betekend: "mensen uit Aztlán" (bron: Wikipedia), en Aztlán kan vertaald worden als: "plaats van de oorsprong". Volgens de geschiedenis van de Azteken kwamen zij oorspronkelijk van een nu verloren land dat men "Aztlán" noemde, en dat men beschreef als een eiland. De Aubin Codex verteld ons dat op Aztlán, de Azteken gevlucht waren van een tirannieke elite (de Azteca Chicomoztoca) naar een ander land waar zij zichzelf Mexica noemden. (Geleerden uit de 19de eeuw noemden ze opnieuw "Azteken" om moderne Mexicanen van de oude te onderscheiden.)


De Mexicaanse schrijver Carlos de Sigüenza y Góngora (1645-1700) kwam in het bezit van een unieke verzameling manuscripten en schilderijen van de inheemse Mexicaanse bevolking, welke hij had geërfd van zijn vriend Don Juan de Alva; de zoon van Fernando de Alva Cortés Ixtlilxochitl en een directe afstammeling van de koningen van Texcoco. Ixtlilxochitl was een geleerd man en schreef voor de eerste keer de geschiedenis van Mexico in het Spaans. In 1668, begon Sigüenza de Azteekse geschiedenis en het schrift van de Tolteken te bestuderen en concludeerde dat er een ander mensenras voor de Tolkenen geweest moest zijn, genaamd de Olmeken. Hij geloofde dat de Olmeken van het mythische eiland Atlantis afkomstig waren en dat ze verantwoordelijk waren voor de bouw van de piramides van Teotihuacán. Later, na zijn dood werd zijn werk helaas gedeeltelijk vernietigd door de inquisitie en een ander deel raakte verloren.


Gelukkig had de Sigüenza zijn informatie gedeeld met de Italiaanse avonturier en reiziger Gemelli Careri (1651-1725), die de Sigüenza's informatie over Atlantis en de oude Mexicaanse kalender in zijn eigen boek "Giro del Mondo" (reis rond de wereld) verwerkte. (Bron: "The Mayan Prophecies" (1995) door Adrian Gilbert en Maurice Cotterell.) In Nieuw-Spanje had Careri de gelegenheid om de piramides nauwkeurig te bestuderen en hun affiniteit met de Egyptische piramides deed hem doen geloven dat de oude Egyptenaren en de Amerikaanse Indianen beide van de inwoners van Atlantis afstamden.


Meer (mogelijke) referenties naar Atlantis door historici en andere bronnen:


Volgens vele oude geschriften en overleveringen van onder andere de Grieken, de Egyptenaren, de Maya's en de Azteken, vele inheemse Amerikaanse stammen, de Basken uit Spanje, de Galliërs uit Frankrijk, de stammen van de Canarische Eilanden en de Azoren, en de Friezen uit Nederland, zou hun eigen volk oorspronkelijk afkomstig zijn geweest van een groot verzonken land in de regio van de Atlantische Oceaan.



Volgende pagina: "De drie catastrofes"

Vorige pagina: "De Ark van het Verbond"

Terug naar boven




Interessante website? Deel het met vrienden:

Facebook Twitter Google Reddit

Deze website en teksten zijn copyright © 2009-2023 M. Talc. All rights reserved.
Citeren is toegestaan mits een link naar de bron wordt gegeven: www.thelosthistoryofman.com.
Voor vragen of feedback kunt u contact opnemen met de auteur.