De mijnwerkzaamheden van de Anunnaki op Aarde waren in handen van de twee halfbroers die de hoogstaande titels: "Enlil" ("Heer van het Bevel" volgens Sitchin, gewoonlijk vertaald als: "Heer van de Wind") en "Enki" ("Heer van de Aarde") droegen en waarbij Enlil de hoogste leiding had. Omdat het werk te zwaar werd voor de kleine werkgroep zou men de meest intelligente levenssoort die men kon vinden - mogelijk de Afrikaanse "Homo-Erectus" - genetisch hebben gemanipuleerd zodat deze soort het zware werk kon doen.
In Genesis, het eerste boek van de Bijbel, wordt al gewag gemaakt over goud en het is ogenschijnlijk dat dit vroeger in overvloed werd gevonden in het land "Havila". Uit Genesis 2:10-12:
"10 Vanuit
Eden vloeide een rivier door de hof, die hem vruchtbaar maakte en
zich daar in vier rivieren splitste.
11-12 Eén rivier
heet de Pison en stroomt rond het land Havila, bekend om zijn goud,
balsemhars en het edelgesteente chrysopraas."
Zoals
verteld in de Bijbel bevond de "Hof van Eden" zich op een
plaats waar vier rivieren zich uitmondden: de Eufraat, de Tigris, de
Pison en de Gihon. De rivieren de Eufraat en de Tigris bestaan nog tot
op heden maar de overige twee rivieren; de Pison en de Gihon, werden
pas recentelijk herontdekt. De Pison werd namelijk als een opgedrogen
fossielrivier gevonden met behulp van satelliet-technologie en Dr. Juris Zarins
meent dat de Gihon de hedendaagse Karoen betreft; de langste rivier in
Iran, welke in het verleden werd afgedamd. De conclusie van Dr.
Zarin is dat de hof van Eden tegenwoordig op de bodem van de Perzische
Golf zou kunnen liggen. (Zie: http://ldolphin.org/eden)
Volgens Dr. Douglas James Cottrell lag "Eden" echter meer in de buurt
van Ethiopïe. (Bron: "Ezekiel's wheel,
the Garden of Eden, and the Dinosaurs' demise", door
Rammsteinregeln.)
Volgens Zecharia Sitchin's vertaling en interpretatie trachtte
de Anunnaki in principe een primitief slavenras te scheppen dat
geschikt genoeg was om het zware werk te doen, maar dat daarentegen
ook niet te intelligent was om vragen te stellen bij het werk en
het te weigeren. Enki, de wetenschapper die het genetische werk
uitvoerde, besloot echter op een gegeven moment om deze soort wat
intelligenter te maken (tegen de wil van de gezaghebbende Enlil) en
zo ontstond op een gegeven moment een soort welke meer leek op de
huidige moderne mens. Eerst kwamen de "Adamieten" en later
de "Adapieten"; oftwel de "beschaafde mensen".
(Dit is waarschijnlijk ook waar de naam "Adam" vandaan
kwam, omdat het Hebreeuwse woord Adam ook gebruikt kan worden in
groepsverband aangezien het vertaald kan worden als zowel: "aarde",
"mens", en "mensheid".) Deze eeuwenoude
genetische interventies zouden de oorzaak kunnen zijn waarom
archeologen van vandaag de dag nog steeds niet de zogenaamde
"ontbrekende schakel" (missing link) kunnen vinden tussen
de aapmens en de moderne mens: Homo Sapiens.
Auteur Shirley
Andrews opperde in haar boek: "Atlantis en haar beschaving"
(1997), dat dit aangepaste ras mogelijk de Cro-Magnonmens zou kunnen
betreffen; de oudste bekende moderne mens (Homo sapiens sapiens) in
Europa. Vanwege hun grotere hersencapaciteit is het misschien
mogelijk dat de Cro-Magnons de eerste Adapieten waren; de beschaafde
mensen. Met "beschaafd" of "geciviliseerd" wordt
hier bedoeld dat men als burgers in steden leefde, waarmee men zich
onderscheidde van barbaarse samenlevingen.
Als de Soemerische
mythe inderdaad waar zou zijn, en daarbij de vertaling en de
interpretatie hierbij juist is dan zou dit mogelijk kunnen betekenen
dat de moderne mens in principe een genetisch gemanipuleerde hybride
zou kunnen zijn van de vroege aapmens en deze technologisch
geavanceerde buitenaardsen die hiervoor de genen van hun eigen soort
kruisden met de aapmens van de Aarde. Hieruit ontsond een nieuwe
mensensoort dat zich later geleidelijkerwijs genetisch heeft vermengt
met de overige aanwezige rassen dat het menselijke ras langer,
intelligenter en sterker heeft gemaakt.
In november van het
jaar 2013 werden revolutionaire resultaten gepresenteerd tijdens de
bijeenkomst van eeuwenoud DNA op het Royal Society in Londen, dat
30.000 jaar oude inmenging tussen verschillende oud-mensachtige
groepen uit Europa en Azië suggereerde, met daarbij een nog
onbekende menselijke voorouder uit Azië die noch moderne mens,
Neanderthaler of Homo Denisova was. (Bron: nature.com).
Hiermee wordt aangetoond dat er voor de moderne wetenschap nog steeds
vele onbeantwoorde vragen zijn over het ontstaan van de mensheid op Aarde.
In de Akkadische mythen vinden we het verhaal over
"Adapa en het voedsel van het leven", van de El-Amarna
tabletten (zie: www.sacred-texts.com/ane/adapa.php),
die gedateerd zijn op de vijftiende eeuw voor Christus. Volgens het
verhaal was Adapa de zoon van de god Ea (oftewel Enki; Ea was bij de
Soemeriërs bekend als Enki) en was zowel half god en half mens.
Hierdoor had hij wel de beschikking over superieure intelligentie in
vergelijking met de gewone mens maar had hij echter niet het "eeuwige
leven" zoals de goden zouden hebben. Zijn naam zou mogelijk te
maken hebben met het woord "adapteren", oftewel aanpassen,
misschien omdat hij zich kon aanpassen aan het beschavingsniveau van
de goden. Hij had namelijk volgens de tekst het recht om te leven in
de tuin van de goden, genaamd de tuin van Eridu (mogelijk het
Bijbelse: "Eden").
Eridu werd beschouwd als 's werelds
eerste stad in de Mesopotamische traditie. Vanwege de gelijkenissen
tussen het verhaal van de tuin van Eden en deze mythe zou de
Bijbelse Adam mogelijk om dezelfde persoon kunnen gaan als de
Akkadische "Adapa". Volgens het verhaal uit de Bijbel
verleidde de slang Eva om te eten van de verboden vrucht, maar in de
Akkadische versie wordt daarintegen geen echtgenoot van Adapa
genoemd, en er is nooit een Soemerische versie van de Adapa-legende
gevonden.
Als we het Bijbelboek Genesis goed lezen lijkt het
alsof er meerdere mensen op Aarde leefden naast Adam, Eva en hun
nakomelingen. Er is namelijk beschreven dat Kaïn - één van de
zonen van Adam en Eva - een vrouw zou hebben gevonden in het land Nod
waar hij naar verbannen was - nadat hij zijn broer Abel dood zou
hebben geslagen - en vervolgens maakt Kaïn zich zorgen dat
hij daar mensen aan zou treffen die hem, vanwege zijn daad, zouden
kunnen doden. Waar zouden deze vrouw en andere mensen vandaan komen
als Adam, Eva, Kaïn en Abel werkelijk de eerste allereerste mensen
op Aarde zouden zijn? Wat echter niet in de Bijbel is genoemd maar
wel in de Joodse geschriften, is dat Adam en Eva tevens dochters
zouden hebben gekregen, dus dit zou de aanwezigheid van deze vrouw en
de andere mensen verklaren.
Volgens Edgar Cayce verscheen Homo
Sapiens in vijf verschillende plaatsen op Aarde als de vijf rassen
die vandaag de dag bestaan. Er waren dus meerdere "Adams"
en "Eva's", waarvan ieder zijn eigen scheppingsverhaal had.
Het is zeer noemenswaardig dat Enkai (Engai/Ngai,
Mweai/Mwiai) het opperwezen is en de schepper in de ethnische groepen
Rendille, Kamba, en Kikuyu van Kenia. De naam Enkai lijkt natuurlijk
sprekend op de Soemerische naam Enki. Enkai staat bekend als de
beschermer van regen, de zon en liefde, en die vee gaf aan het
Masai-volk. De godheid zou leven op de heilige berg Kirinyaga (Mount
Kenya).