Volgens het verhaal van hoofdstuk 11 van het
boek Genesis in de Bijbel,
was er ooit een verenigde mensheid onder de generaties na de zondvloed
die één enkele taal zouden hebben gesproken. Nadat men zou zijn
gemigreerd vanuit het oosten, zou men zich gevestigd hebben in het land
van Shinar (het oude Soemerië) waar men het plan had om een stad te
bouwen met een toren waarvan de top in de hemelen zou moeten komen
zodat men niet verstrooid zou geraken over de hele Aarde. We kunnen om
deze reden aannemen dat het gediend zou hebben als een groots
referentiepunt dat te zien zou zijn vanaf grote afstanden.
In Genesis
11:6-8 zag de "HERE" wat ze van plan waren en zei:
"6: en de
HERE zeide: Zie, het is één volk en zij allen hebben één taal.
Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te
doen voor hen onuitvoerbaar zijn.
7: Welaan, laat Ons
nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet
verstaan.
8: Zo verstrooide de HERE hen vandaar over de
gehele aarde, en zij staakten de bouw van de stad."
Bron:
NBG-vertaling (1951)
Mogelijk zouden we dit verhaal kunnen beschouwen als de verspreiding van het Soemerische volk naar andere delen van de wereld waardoor men tevens nieuwe talen ontwikkelde.
Er is tevens een
Soemerische legende dat lijkt op het verhaal van de Toren van Babel,
genaamd: "Enmerkar en de heer van Aratta". Enmerkar werd in
de legende de sterfelijke "zoon van Utu" (de Soemerische
zonnegod) en Aia genoemd. Hij was de stichter van Uruk en zou het
schrijven op kleitabletten hebben uitgevonden in een poging om de
heer Aratta, zijn diplomatische rivaal, aan zich te
onderwerpen. Hij
zou voor deze bouw van een enorme ziggurat in de stad Eridu in
Soemerië een eerbetoon van kostbare materialen hebben geëist van de
heer van Aratta, aan wie hij, middels een boodschapper, op een
gegeven moment de "incantatie van Nudimmud" zou hebben
voorgedragen waarin hij de god Enki smeekte om de eenheid van de
taal te verstoren (volgens sommige vertalingen echter: "te
herstellen") in de bewoonde gebieden: Shubur, Hamazi, Soemerië,
Uri-ki (Akkadië) en het land van de Amorieten. De legende lijkt dus
relevant aan het verhaal van de toren van Babel en de Babylonische
spraakverwarring.
Volgens de historicus David Rohl zijn er
overeenkomsten tussen Enmerkar en Nimrod de jager, stichter van Erech
(Bijbelse naam voor Uruk) en volgens de Bijbel ondernam Nimrod tevens
de bouw van de Toren van Babel.
De incantatie van
Nudimmud ging als volgt: (vrije hervertaling gebaseerd op de
vertaling van Samuel Noah Kramer)
"Er
was eens een tijd dat er geen slang was, er was geen schorpioen,
Er
was geen hyena, er was geen leeuw,
Er was geen wilde hond,
geen wolf,
Er was geen vrees, geen angst,
De mens
had geen rivaal.
In deze dagen, de landen van Subur
(en) Hamazi,
Harmonie-bespraakt Soemerië, het grote land
van de decreten van prinsschap,
Uri, het land dat alles
heeft dat geschikt is,
Het land van de Amorieten, wat rust
in veiligheid,
Het hele universum, de mensen in
eendracht
(Spraken) aan Enlil in één taal.
(Toen)
Enki, de heer van overvloed (wiens) bevelen betrouwbaar zijn,
De
heer van wijsheid, die het land begrijpt,
De leider van de
goden,
Bedeeld met wijsheid, de heer van Eridu
Veranderde
de spraak in hun monden, (bracht) er strijd in,
In de
spraak van de mens die (tot dan) één was geweest."
Vandaag de dag in de plaats Al-Mahawil in Bābil (Babel), Irak, vinden
we de ruiïnes van een ziggurat welke gewijd is aan de god Marduk in de
stad van Babylon uit de zesde eeuw v.Chr, bekend als de "Etemenanki",
wat vertaald naar "tempel van de fundering van hemel en aarde". In 1913
begon archeoloog en architect Robert Koldewey zijn opgraving nadat het
werd herontdekt door de plaatselijke Arabische inwoners. Dit zouden de
ruïnes van de legendarische Toren van Babel betreffen. (Klik hier voor een grote afbeelding.)
Het gebouw was
gehelleniseerd door de Griekse historicus Herodotus als de "toren van
Zeus Belos" en was ook bekend as de "toren van Jupiter Belus". ("Belos/Belus" betekend "heer" of "meester".) Een spijkerschrifttablet uit Uruk, geschreven in 229
v.Chr, vermeld dat de toren bestond uit zeven terrassen. Na de val van
Babylon werd het nooit meer gerestaureerd. De ruïnes kunnen worden
gevonden met Google Maps met de coördinaten: 32
32'10N, 44 25'14E.